Islamitische
minderheden: de situatie en de verwachtingen
[ nederlands - Dutch
-الهولندية ]
Sheikh bin Baz
revisie: Abo Abdillah
Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)
2012 -
1433
الأقليات الإسلامية ظروفها
وآمالها
« باللغة الهولندية »
الشيخ عبد العزيز بن باز
مراجعة: أبو عبد الله
البلجيكي
2012 - 1433
Islamitische minderheden: de situatie en de verwachtingen
Door de eminente sheikh Abdulaziez Ibn Baaz
(moge Allah hem genadig zijn)
Alle lof komt Allah de Heer der werelden toe. Moge Allahs salaat en salaam zijn met onze profeet Mohammed –
de waarheidlievende, de betrouwbare – en met zijn familieleden en zijn
metgezellen. Voorts, Allah (groots is Zijn Macht) heeft profeten en
boodschappers gestuurd om de mensen uit te nodigen naar het geloven in de
eenheid van Allah, het oprecht aanbidden van Allah (Verheven is Hij) alleen en
om Zijn wetgeving te verduidelijken die Hij Zijn dienaren heeft opgelegd. Hij
heeft de mens en de djinn voor dit doel geschapen, zoals de Verheven heeft
gezegd [vertaling van de betekenis][1]: ‘En Ik heb de djinn en de mens slechts geschapen om Mij te
aanbidden.’ [Soerat Adz-Dzaariyaat, Koranvers: 56] De
Verhevene zei ook: ‘En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een
boodschapper gezonden (die zei): ‘Aanbid Allah en blijf weg van de Taaghoet
(alles wat naast Allah wordt aanbeden).’ [Soerat An-Nah’l,
Koranvers: 36]
Hij (Verheerlijkt en Verheven is Hij) heeft ook verteld
dat Hij nooit een volk zal straffen, voorat Hij iemand stuurt die hen
verheugend nieuws vertelt en hen vermaant. Hij (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O
Lieden van het Boek! Waarlijk, Onze boodschapper is tot jullie gekomen – na een
onderbreking in (de reeks van) boodschappers – om jullie (de
Waarheid) te verduidelijken, zodat jullie niet zullen zeggen: ‘Er is geen
brenger van blijde tijdingen en geen waarschuwer tot ons gekomen.’
Waarlijk, er is een brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer tot jullie
gekomen. En Allah is Almachtig over alle zaken.’ [Soerat Al-Maa’idah,
Koranvers: 19] De Verhevene zei ook: ‘En Wij bestraffen nooit totdat Wij een
boodschapper hebben gestuurd (om te waarschuwen).’ [Soerat Al-Israa’,
Koranvers 15]
Onze
profeet Mohammed (vrede zij met hem), die door Allah gestuurd is na een periode
van onderbreking tussen de profeten, is gekomen nadat de wereld vol was met
onderdrukking en onrecht, en nadat op Zijn aarde de ongehoorzaamheid jegens
Allah het gewonnen heeft van de gehoorzaamheid jegens Allah. Allah stuurde hem naar de werelden: naar de mensen en de djinn. Naar de
Arabieren en de niet-Arabieren, als een brenger van goed nieuws en als een
waarschuwer. Als verkondiger van Allahs wetgeving.
Hij (vrede zij met hem) heeft de Waarheid verduidelijkt
en heeft de mensen ernaar uitgenodigd. Hij stuurde gezanten en brieven naar
heersers en vooraanstaanden om hen uit te nodigen naar datgene waar hij mee is
gekomen, zodat het bewijs geleverd wordt tegen degene die zijn (Da’wah)
verwerpt en niet accepteert. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘O mensen!
Waarlijk, Ik ben naar jullie allen gestuurd als de boodschapper van Allah, aan
Wie de heerschappij over de hemelen en de aarde behoort. Niemand heeft het
recht om aanbeden te worden behalve Hij. Hij geeft het leven en doet sterven.
Gelooft daarom in Allah en in Zijn boodschapper, de ongeletterde profeet, die
in Allah en in Zijn Woorden gelooft. Volg hem opdat jullie geleid mogen worden.’
[Soerat Al-A’raaf, Koranvers:158]
Allah maakte van Zijn wetgeving (sharia) de laatste van
alle wetgevingen en van de boodschap van de profeet (vrede zij met hem) de
laatste van alle boodschappen, want deze bevat de absolute perfectie en de
volledigheid die nodig zijn om de zaken van de mensen in orde te brengen,
m.b.t. dit leven en het hiernamaals. De profeet (vrede zij met hem) heeft geen
enkel goedheid gelaten of hij (vrede zij met hem) heeft ernaar uitgenodigd en
heeft geen enkel kwaadheid gelaten of hij heeft ertegen gewaarschuwd.
Hij
(vrede zei met hem) zei: ‘Ik laat jullie achter op een witte (heldere) pad,
haar nacht is zoals haar dag. Enkel degene die ten onder is gegaan, zal ervan
afwijken.’ [Overgeleverd door Ibn Maadjah]
Hij
(vrede zij met hem) heeft ook gezegd: ‘Het is de plicht van iedere profeet
die door Allah is gestuurd om zijn volgelingen te leiden naar datgene waarvan
hij weet dat het goed voor hen is, en hen te waarschuwen tegen datgene waarvan
hij weet dat het slecht voor hen is.’ [Overgeleverd door Moslim in zijn
Sahieh]
De
profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Ik heb twee zaken voor jullie
achtergelaten. Als jullie je er aan vasthouden, zullen jullie nooit dwalen: het
Boek van Allah en mijn Sunnah.’ [Overgeleverd door Moslim]
Het
Boek van Allah beveelt het verrichten van de oproep tot de religie van Allah;
de ware religie die de enige religie is die door Allah (de Verhevene) van de
mensen wordt geaccepteerd. Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘Nodig uit
tot de Weg van jouw Heer met wijsheid (i.e. de Koran en de Sunnah) en
goede vermaningen, en discussieer met hen op de beste wijze.’ [Soerat
An-Nah’l, Koranvers:125]
De
Verhevene zei ook: ‘Waarlijk, de (ware) godsdienst bij Allah is de
islam.’ [Soerat Aali Imraan, Koranvers: 19] Hij (Verheven is Hij)
zei ook: ‘En wie een andere godsdienst dan de islam ambieert: het zal niet
van hem worden aanvaard en in het hiernamaals zal hij tot de verliezers behoren.’
[Soerat Aali Imraan, Koranvers: 85]
De
Sunnah van de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bevat ook de
aansporing tot het verrichten van Da’wah. Het bevat ook de
verduidelijking van de plicht die de moslims hebben tegenover de religie van
Allah, namelijk dat zij verplicht zijn om de islam aan alle mensen te
verduidelijken. Dit is een toevertrouwde zaak aan de geleerden en deze plicht
rust op hun schouders. Zij ontkomen niet aan de verplichting van het
verduidelijken en het adviseren van zowel de moslims als de niet-moslims. De
profeet (vrede zij met hem) zei: ‘Een gelovige ten opzichte van een andere
gelovige is zoals een gebouw, elk deel ondersteund het andere deel.’ Vervolgens
strengelde hij zijn vingers ineen. [overgeleverd door Al-Boekhaarie en
Moslim]
Hij
(vrede zei met hem) zei ook: ‘De gelijkenis van de gelovigen met betrekking
tot hun wederzijdse liefde, genade en medeleven is zoals dat van een lichaam;
wanneer een van de lichaamsdelen pijnlijk aanvoelt, dan zal de rest van het
lichaam ook de pijn ondervinden in de vorm van slapeloosheid en koorts.’
[Overgeleverd door Al-Boekhaarie en Moslim]
De
profeet (vrede zij met hem) zei ook: ‘Wie een ander op een goedheid wijst,
zal dezelfde beloning ontvangen als die van degene die het verricht.’
[Overgeleverd door Moslim] Het is ook in Sahieh Al-Boekhaarie en in Sahieh
Moslim overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) tegen Ali (moge Allah
tevreden met hem zijn) zei, toen hij hem naar de joden uit Khaybar stuurde om
hen tot de islam op te roepen en hen de rechten van Allah op hen te
verduidelijken. Hij (vrede zij met hem) zei: ‘Bij Allah! Als Allah één
persoon door jouw toedoen leidt, dan is dat beter voor jou dan (het bezitten
van) rode kamelen (de meest waardevolle kamelen).’ Het is verplicht voor de
moslims – in elke plaats en in elk tijdperk – om elkaar te adviseren en elkaar
te steunen in het verrichten van goedheden en in het verkrijgen van godsvrees.
En om elkaar helpen in het aansporen tot de Waarheid en tot het hebben van
geduld daarin. De moslims zijn ook verplicht – altijd en overal – om de
niet-moslims tot de islam uit te nodigen. De Verhevene zei: ‘Bij de tijd.
Voorwaar, de mens verkeert zeker in verlies. Behalve degenen die
geloven, goede daden verrichten, elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen
tot geduld.’ [Soerat Al-Asr, Koranvers: 1-3]
De Verhevene zei ook: ‘Ondersteun elkaar bij (het
verrichten van) goedheden en in (het verkrijgen van) godvrees. En help elkaar niet (bij het begaan van)
zonden en overtredingen.’ [Soerat Al-Maa’idah, Koranvers: 2]
De
profeet (vrede zij met hem) zei: ‘De godsdienst is oprechtheid
(An-Nasie’ah).’ Wij vroegen: ‘Ten opzichte van wie?’ Hij antwoordde:
‘Ten opzichte van Allah, Zijn Boek, Zijn boodschapper, de leiders van de
moslims en de moslims in het algemeen.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie en
Moslim]
Het
is dus een plicht voor de moslim om Zijn geboden na te leven en Zijn
boodschapper (vrede zij met hem) te gehoorzamen, alsook om oprechtheid jegens
Allah te hebben en Zijn dienaren van oprecht advies te voorzien. Dit levert
zeker de absolute voorspoed in deze wereld en in het hiernamaals op. De eer van
de moslims zal niet tot stand komen behalve met dit, want Hij (Verheven is Hij)
zal dan hun woord verheffen en hun de overwinning op hun vijanden schenken;
ongeacht hun aantallen (van de vijanden) en hun onderlinge samenwerking.
Dit
is zoals Allah (Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘En dat Onze legers zeker de
overwinnaars zullen zijn.’ [Soerat As-Saaffaat, Koranvers:173]
Hij
(Verheven is Hij) zegt ook: ‘Maar de eer behoort aan Allah, Zijn
boodschapper en de gelovigen.’ [Soerat Al-Munaafiqoen,
Koranvers: 8]
We
hebben het nieuws gehoord en de berichten gelezen over onze moslimbroeders, die
in plaatsen wonen waarvan het merendeel van de bewoners niet-moslim zijn. Wij
hebben gehoord over de onderdrukking en beperkingen die hen treffen ten aanzien
van het praktiseren van hun religieuze rituelen. En dat zij hen weg willen
houden van hun religie. Dit wordt gedaan door hen hiertoe te dwingen of via
andere wegen. Wij vragen Allah om hen en alle moslims standvastig te maken in
hun islam en hen te beschermen tegen de listen van de vijanden.
Zij
bevinden zich zonder enige twijfel op een belangrijke, strategische post binnen
de islam. Naar hun situatie hebben zij alle soorten hulp nodig; op politiek
niveau en dit is speciaal weggelegd voor islamitische overheden. Zowel de Arabische en als de niet-Arabische overheden; en wel de overheden
die voor de islam opkomen en banden hebben met dit soort landen. Dit kunnen zij doen
door afgevaardigden en brieven te sturen om hun vertegenwoordiging te
benadrukken. Dit is mogelijk, naast andere middelen en methoden die een
bijdrage leveren aan het bijstaan van hun broeders in die landen waar zij de
minderheid vormen. Dit zal hen (i.e. moslimminderheden) moed geven en waardoor
zij die de moslims onderdrukken weten dat deze broeders in geloof hebben die om
hen geven, hun situatie volgen en voor hen opkomen.
Het
onrecht en de onderdrukking waar de moslims aan lijden, zal dan verdwijnen –
als Allah het wil – wanneer deze en andere landen voelen dat er landen zijn die
achter deze moslimminderheden staan, die meeleven met hun leed en zich
bekommeren om hun situatie. Zij zullen dan toegeven aan hun eisen en stoppen
met hen onrechtvaardig te behandelen. Vooral omdat de meeste van dit soort
landen de moslimlanden nodig hebben omwille van economische en andere zaken.De
moslimminderheden – overal – hebben de broodnodige behoefte aan financiële en
morele steun om moskeeën, scholen en andere faciliteiten te realiseren die hen
helpen in hun werk voor de islam. Het is een verplichting voor elke moslim om
hen te helpen tot zover hij kan .
Daarnaast dient men verkondigers naar hen te sturen die hen de juiste
geloofsleer (Aqiedah) en de Arabische taal onderwijzen, want velen van
hen zijn erg onwetend over hun geloof.
Hierbij
willen wij graag erop wijzen dat het Algemene Bestuur van de Afdelingen
Wetenschappelijk Onderzoeken, Fatwa, Da’wah en Raadgevingen – en alle lof zij
Allah - grote inspanningen verricht in verschillende islamitische landen en in
landen met moslimminderheden. Zij worden hierin ondersteund door de Moslim
Wereld Liga en andere en moslimlanden en moslimorganisaties. Wij vragen Allah
om deze inspanningen profijtelijk te maken en dat ze slechts omwille van Hem
worden gedaan. Moge Allah degenen die dit leiden
helpen in datgene wat Hem behaagt en waarvan Hij houdt. Het Algemene Bestuur blijft de missie voorzetten om de islam te verspreiden
in Afrika, Europa, Amerika, Azië en Australië. Dit wordt gedaan om de Waarheid
over te brengen naar de mensen d.m.v. het verdelen van Koranexemplaren en
religieuze boeken via de verkondigers en predikers. Alsook middels lezingen en
lessen die zij geven en bijeenkomsten die zij bijwonen en via de communicatie
op verschillende maatschappelijke niveaus. Dit geschiedt ook via moskeeën,
scholen en islamitische organisaties die steun krijgen van het Algemene
Bestuur. Organisatie waar het Algemene Bestuur bijdraagt aan het stichten en
opzetten ervan. Dit
geschiedt ook door middel van haar predikers die over de hele wereld zijn
verspreid.
Het
Algemene Bestuur heeft haar activiteiten gericht op ongeveer vijftig Afrikaanse
landen. Daar werken meer dan duizend oproepers die de islam verspreiden. Zij
roepen de mensen op tot de godsdienst van Allah in moskeeën, op bijeenkomsten
en op andere gelegenheden. Zij houden zich bezig met het geven van onderwijs,
het preken, het adviseren het leiden
van de mensen – op de beste manier – naar het rechte pad en naar de juiste
geloofsleer. De geloofsleer die onze profeet Mohammad (vrede zij met hem) heeft
overgebracht aan zijn natie en die gevolgd werd door de eerste generaties van
deze natie die ook de beste generaties waren. Allah heeft de inspanningen van
deze predikers profijtelijk laten zijn en de vruchten van hun werk zijn
duidelijk waarneembaar – en alle lof komt Allah toe. Daar veel mensen, waarvan
Allah wou dat zij geleid worden, de islam hebben omarmd door toedoen van deze
predikers. Wat Amerika, Europa en Australië betreft: het Algemene Bestuur heeft
naast andere initiatieven vele delegaties gestuurd. Dit is gedaan om te zien
hoe de moslimminderheden daar leven en om informatie te verzamelen over de
toestand van de moslims daar, hun werken te verbeteren, te weten wat de nieuwe
zaken zijn die hen treffen, oplossingen proberen te vinden voor de problemen
die zij tegenkomen en het verduidelijken van wat zij missen in hun islamitisch
activiteiten.
Dit
resulteerde in het sturen van vele oproepers en leraren naar de landen die het
nodig hebben en waar moslimminderheden te vinden zijn. Daarnaast krijgen
islamitische organisaties en centra materiële en immateriële ondersteuning
tijdens hun opbouw. Zij worden ook bevoorraad met de belangrijkste boeken en
met wetenschappelijke bronboeken naast het geven van advies en aanwijzingen aan
hen. Moge Allah hen ermee baten.
Wat
Azië betreft: het Algemene Bestuur heeft de landen met moslimminderheden
voorzien van een geen geringe aantal oproepers die de islamitische boodschap
onder hen verspreiden; de boodschap die gebaseerd is op de juiste geloofsleer
die de vrome voorgangers overgenomen hebben van de boodschapper (vrede zij met
hem) en volgens het begrip die de metgezellen (moge Allah tevreden met hen
zijn) hadden.Het Algemene Bestuur heeft vestigingen geopend en toezichthouders
aangesteld om het werk van de oproepers te volgen en deze te verdelen
naargelang de noodzaak van deze landen. Zij onderzoeken ook wat het beste is
m.b.t. de steun aan de islamitische organisaties die bekend staan om hun
correcte methodiek. Daarnaast worden er brieven naar onderwijsinstellingen
gestuurd zodat deze de islamitische organisaties voorziet van schoolboeken. Dit
wordt gedaan nadat het Algemene Bestuur de bevestiging heeft gekregen dat deze
moslimorganisaties behoefte hebben aan islamitische boeken.
Het
Algemene Bestuur neemt ook deel aan het realiseren van hun projecten die
profijtelijk voor de moslims zijn, profijtelijk zowel in hun godsdienstige als
wereldse zaken, zoals de bijdrage aan de bouw en renovatie van moskeeën en het
bevoorraden van deze moskeeën met Koranexemplaren. Tegelijkertijd beoordeelt
zij de islamitische organisaties om zeker te zijn van de integriteit en
eerlijkheid van de bestuurders ervan. Vervolgens worden deze islamitische
organisaties specifiek aangeprezen bij de weldoeners, zodat deze hen helpen bij
hun liefdadigheidswerk. Het Algemene Bestuur stuurt ook delegaties om de
toestand van de moslimminderheden te bekijken en hun dringende behoeftes te
weten komen.
Al
het werk van het Algemene Bestuur dat ik genoemd heb – zoals haar steun aan
deze islamitische organisaties en centra, het sturen van predikers en andere
islamitische activiteiten – is allemaal tot stand gekomen met de gunst van
Allah (Verheven is Hij) en daarna door onze wijze overheid, die geleid wordt
door de Bewaarder van de Twee Heilige Moskeeën Koning Fahd. Moge Allah hem
beschermen tegen elk kwaad. Moge Allah de Waarheid middels hem laten zegevieren
en zijn leeftijd lang maken in het verrichten van goede daden.
Aan
de hand van deze gelegenheid die georganiseerd wordt door de World Assembly of
Muslim Youth en waarbij de toestand van de moslimminderheden wereldwijd
besproken wordt, adviseer ik al mijn broeders van de predikers om Allah de
Verhevene te vrezen. Ik adviseer hen om met een zuivere intentie te werk gaan
in het verkondigen van deze godsdienst. Hierbij rekening houdend met de
waardigheid van het verrichten van Da’wah en haar etiquette, die genoemd
zijn in het Boek van Allah de Verhevene; het Boek dat niet door valsheid
geraakt kan worden, noch van voren noch van achteren. Het is een openbaring van
de Alwijze, de Prijzenswaardige.
Allah
(Verheven is Hij) heeft gezegd: ‘En wie spreekt betere woorden dan hij die
oproept tot Allah, goede werken verricht en zegt: ‘Voorwaar ik behoor tot de
moslims.’ [Soerat Foessilat, Koranvers: 33]
De
Verhevene zei ook: ‘Zeg: ‘Dit is mijn weg; ik roep op tot Allah op grond van
kennis en volle overtuiging; ik en degene die mij volgt. Verheven is Allah (boven
de deelgenoten die zij hem toeschrijven) en ik behoor niet tot de
polytheïsten.’ [Soerat Yoesoef, Koranvers: 108]
En
Allah (Verheven is Hij) zei ook: ‘Nodig uit tot de Weg van jouw Heer met
wijsheid (i.e. de Koran en de Sunnah) en goede vermaningen, en
discussieer met hen op de beste wijze.’ [Soerat An-Nah’l,
Koranvers: 125]Naast hetgeen overgeleverd is van de profeet (vrede zij met hem)
in de authentieke overleveringen, waar onder zijn woorden (vrede zij met hem): ‘Wie
een ander op een goedheid wijst, zal dezelfde beloning ontvangen als die van
degene die het (deze goedheid) verricht.’ [Overgeleverd door Moslim] Alsook
wat hij (vrede zij met hem) zei tegen de leider der gelovigen – Alie Ibn Abie
Taalib – toen hij hem naar Khaybar stuurde: ‘Bij Allah! Als Allah één
persoon door jouw toedoen leidt, dan is dat beter voor jou dan (het bezitten
van) rode kamelen (de meest waardevolle kamelen).’
Ik
adviseer mijn moslimbroeders die zich op plaatsen bevinden waar zij de
minderheid vormen en ik adviseer alle moslimbroeders overal ter wereld om Allah
te vrezen en kennis op te doen over hun godsdienst. En dat zij terugkeren naar
geleerden om vragen te stellen over datgene wat zij niet goed begrijpen. En dat
zij zich inspannen om de Arabische taal te leren, zodat dit hen helpt bij het
begrijpen van het Boek van Allah (de Verhevene) en de Sunnah van Zijn profeet
(vrede zij met hem).
Het
eerste waar zij hun aandacht aan dienen te besteden is het Boek van Allah. Zij
dienen deze goed te begrijpen en ernaar te handelen zoals vermeld staat in de
authentieke overlevering: ‘De beste onder jullie is degene die de Koran
leert en onderwijst.’ [Overgeleverd door Al-Boekhaarie] Vervolgens dient
men de betrouwbare, erkende Hadithboeken te lezen, alsook de boeken over
rechtsleer en geloofsleer; de geloofsleer van Ahlu Sunnah Wa Al-Jama'ah.
Zij dienen al deze kennis te vergaren bij de geleerden die bekend staan om hun
rechtschapenheid, godsvrees, juiste Aqiedah en correcte kennis.
De
geleerden onder de moslimminderheden zijn verplicht om actief te zijn in het
oproepen tot Allah onder hen broeders en onder andere mensen. Zij zullen
hiervoor door Allah (Verheerlijkt en Verheven is Hij) beloond worden. Het
verrichten van Da’wah is een van de belangrijkste en beste daden zoals
vermeld staat in de Zijn Woorden (Verheven is Hij): ‘En wie spreekt betere
woorden dan hij die oproept tot Allah, goede werken verricht en zegt: ‘Voorwaar
ik behoor tot de moslims.’ Vervolgens dienen zij deze religie
te verkondingen aan andere gemeenschappen die zich in hun buurt bevinden, omdat
de islam bestemd is voor de algehele mensheid. Allah (verheerlijkt is Hij)
zegt: ‘O mensen! Waarlijk, Ik ben naar jullie allen gestuurd als de
boodschapper van Allah.’ [Soerat Al-A’raaf, Koranvers:
158]Deze gemeenschappen hebben de broodnodige behoefte aan de islam. Degene die
tot Allah oproept zal grote beloningen ontvangen als hij de oorzaak is dat zij
geleid worden of dat zij de religieuze zaken uitgelegd krijgen die voor hen
onbekend waren. Zoals de profeet (vrede zij met hem) tegen Alie Ibn Abie Taalib
heeft gezegd: ‘Bij Allah! Als Allah één persoon door jouw toedoen leidt, dan
is dat beter voor jou dan (het bezitten van) rode kamelen (de meest waardevolle
kamelen).’ Door het verrichten van Da’wah zullen een groot aantal
mensen, als Allah het wil, tot de godsdienst van Allah – de islamitische
godsdienst – toetreden. Zodoende zal het aantal ongelovigen afnemen waardoor de
moslim, als Allah het wil, de overhand krijgen.Als de moslims in dat soort
landen niet in staat zijn om de Da’wah te verrichten, dan moeten zij
tenminste hun religie praktiseren en de islamitische etiquette na te leven,
want dit is in feite Da’wah in daden. Dit zal gewaardeerd worden door de
verstandige mensen, waardoor de mensen meestal beïnvloed zullen worden door
deze prijzenswaardige eigenschappen. In sommige landen in Zuidoost-Azië heeft
de islam zich verspreid door middel van het goede gedrag van de
moslimhandelaren. Door hun eerlijkheid en oprechtheid in de omgang. Als een
moslim niet in staat is om zijn godsdienst openlijk te praktiseren in het land
van verblijf, waardoor hij zich niet veilig waant t.o.v. zijn religie, eer en
bezit, dan is hij echter verplicht om te emigreren naar een islamitisch land
waar het veilig is. Naar een land waar hij zijn religieuze rituelen kan uitvoeren in
veiligheid en zonder enige zorg. Dit is verplicht indien hij daartoe in staat
is, hiermee handelend naar de Koranverzen en overleveringen die hier over gaan.
Daarnaast wil ik van deze kans
gebruikmaken om de verantwoordelijken voor deze conferentie te bedanken voor
hun goede inspanningen in het dienen van de islam en de moslims.
Wij vragen Allah om ons, hen en alle deelnemers aan deze
conferentie te helpen, ons te leiden om het juiste te doen, en om ons de juiste
intentie te geven en goede daden te laten verrichten. Want Hij is waarlijk de
Vrijgevig, de Edelmoedig. Moge Allahs salaat en salaam zijn met
onze profeet en meester Mohammed Ibn Abdellaah, en met zijn familie,
metgezellen en al die degenen die hem oprecht volgen tot aan de Dag des
Oordeels.
[1] Vertaler: alle vertaalde Koranverzen zijn een vertaling van de betekenis van de Woorden van Allah.
ليست هناك تعليقات:
إرسال تعليق